De levende Boeddha

Als geen mens meer de hulp van de Karmapa (de levende Boeddha) behoeft om te ontwaken, zal de Karmapa niet meer reïncarneren.

Boeddha wilde de mens helpen. Hij wilde hem op weg helpen op zijn pad van bevrij­ding. Hem opwekken uit de slaap van zijn on­bewustheid. Wie de film De levende Boeddha ziet, ontdekt daarin, dat er geen sprake is van «losmaken uit de wereld van vergankelijk­heid». En evenmin van «hulp tot bevrijding». Integendeel. Hij ziet eindeloze cirkelgangen waarin de mensen gevangen liggen en blij­ven. Er zijn twee soorten kringlopen. Die van de natuur en die van de reïncarnaties. De kringloop van de natuur wordt hier omgeven door religieuze ceremoniën. Dat maakt haar zinvol. De nomaden op de hoogvlakte van Ti­bet leven in volkomen harmonie met deze kringloop. Zo wordt bijvoorbeeld alles van de jak gebruikt. Er blijft geen afval van hem over. Alle handelingen worden door gebeden be­geleid. Overal draaien de gebedsmolens. Draaien zij, opdat alles bij het oude zal blij­ven…en al het nieuwe dat wellicht ontwaakt wordt afgewezen?

Er moeten 111.000 gebeden worden uitge­sproken voordat de Karmapa incarneert in het gezin, waarin eerst een jongen en dan zes meisjes worden geboren. Duizenden malen werpen de pelgrims zich op de eindeloos lan­ge weg naar Lhasa neer om hun haat, be­geerten en dwalingen zoveel mogelijk teniet te doen. Maar worden zij daardoor vrij? Ont­waken zij door deze handelingen?

De 17de Karmapa of wedergeboren Boeddha was in zijn 16de incarnatie in staat om bewust te reïncarneren. En als hij dan is gevonden en geïdentificeerd, wordt hij opgeleid en plechtig ingehuldigd. Gezang, muziek en meditaties begeleiden de ceremonie van zijn troons­bestijging. De nog jonge Karmapa zegent de menigte. Er wordt ook getoond hoe hij een ge­vaarlijke, in een steen wonende demon het graf wijst. En hij laat een uitgedroogde bron opnieuw vloeien.

Eeuwenlang geen enkele verandering?

Boeddha tekeningDe vorige Karmapa’s zijn allemaal leraren van monniken geweest. Maar wat hebben zij ge­leerd? De toeschouwer van deze film komt er niet achter. Sommige Karmapa’s lieten zich inmetselen om zo tientallen jaren te medite­ren. Waarover? Men komt het niet te weten. Sinds eeuwen is de Karmapa dezelfde geble­ven. En zijn leerlingen zijn op hun manier de­zelfden gebleven. Er wordt niet getoond of zij ontwaken. Er zijn alleen gebedsmolens, me­ditaties en zegeningen.

De film is opgezet als een documentaire en geeft een beschrijving van de nauwkeurig omschreven riten en maatregelen die de speurtocht naar de nieuwe Karmapa moeten begeleiden. De 16de incarnatie had een brief achtergelaten. Daarin kondigde hij aan in welk gezin hij als 17de incarnatie zou verschij­nen. Deze brief wordt geïnterpreteerd en als leidraad gebruikt. Na mislukkingen en veel moeite vindt de uitgezonden expeditie uit­eindelijk de nieuwe Karmapa. Hij wordt ge­identificeerd. Bij zijn geboorte zijn wonderen gebeurd. Zo klonk er twee uur lang een won­derbaarlijke muziek door de hele landstreek. De Dalaï Lama heeft de streek waar hij zal in­carneren in een droom herkend.

 

Wie dit ziet gebeuren, vraagt zich toch af, waarom die lama’s dan op zoek moeten gaan naar de nieuwe Karmapa. Als zich onder hen «zieners» bevinden, waarom moeten zij dan op aardse tekens afgaan? En waarom weet de nieuwe Karmapa niet dat hij de Karmapa is? Zijn bewustzijn is toch niet door de dood onderbroken? Waarom maakt hij zich dan niet bekend? Waarom herinnert hij zich geen plaatsen uit zijn vorige incarnatie?

Een antwoord zou kunnen zijn dat hij wil dat er naar hem wordt gezocht. Daardoor kan het verlangen van zijn volgelingen toenemen. Men kan ook aannemen dat zijn bewustzijn door het nieuwe stoflichaam voorlopig nog vertroebeld is. Maar waarom laat hij toe dat de mensen hun verlossing door ceremoniën verwachten? Waarom laat hij toe dat hij zelf in het korset van al die ceremoniën wordt ge­perst? Dat hij moet doen wat de traditie en de oudsten voorschrijven? Geeft hij zo zijn hulp tot ontwaken?

Wat zit er in deze kringlopen dat de westerse mens zo kan boeien? Het westen vernietigt zijn eigen wereld en zijn bewoners. Daar lijkt de «roep naar de natuur» en naar de traditio­nele religies een uitweg te bieden. Het is alsof leven in harmonie met de natuur en met een traditioneel religieus systeem zin aan het leven kan geven. Vrede kan brengen in een wereld vol groeiende onrust. Zo’n leven zou de mens immers zijn angsten en onzeker­heden kunnen ontnemen. Zijn technische hoogmoed en streven naar macht kunnen vervangen. Zijn diepe verlangen naar wijs­heid en geborgenheid kunnen stillen. Want dáárop hoopt men! En zijn meevoelen en -leven met alle wezens niet verre te verkiezen boven misbruik en vernietiging?

Zulke gedachten worden ook levend gehou­den door de Hopi Indianen in Noord-Amerika. De 16de Karmapa heeft dan ook contact met hen opgenomen, zoals in de film wordt ge­toond. Immers, het handhaven van gevestig­de waarden en levensinstellingen is zo noodzakelijk!

Maar zijn dit handhaven en dit bevorderen voldoende om de diepste hunkering van de mens te stillen? Beantwoordt een kringloop­leven met religieuze ceremoniën aan het doel van de mens? Is zijn bestemming niet veeleer bevrijding van al die aardse cirkelgangen en rituelen. Ontwaken dus! Vanzelfsprekend kan deze bevrijding niet worden bereikt als de mens zich in aanmatigende overmoed boven de natuur wil verheffen. Daardoor bewerkstel­ligt hij immers vernietiging. Maar drijft achter die overmoed dan niet de diepe drang naar bevrijding en ontwaken? Zou die drang hem niet voeren naar het inzicht dat zijn levens­bestemming niet in een kringloop ligt? En evenmin in de vernietiging van zijn levens­veld, maar in het bereiken van zijn ware we­zen? Het doel van de mens ligt in de wereld van de Geest. Daaraan moet hij weer deel krijgen! Boeddha spreekt in dit verband over Nirwana, de staat van bevrijding uit de ban­den van het eigen zelf en die van de natuur. Bevrijding uit de cirkelgangen van het stoffe­lijke en het fijnstoffelijke leven. Als de «oude mens» zo in het Nirwana uitdooft en het «Leven» in hem werkzaam wordt, zal ook de natuur zich naar die nieuwe orde voegen.

Het is mogelijk dat de kringlopen van natuur en religie, die in deze film worden getoond, voor de lama’s het goede uitgangspunt vor­men om het Nirwana te bereiken. Maar dat blijft voor de toeschouwer onherkenbaar. De weg erheen wordt niet getoond. Evenmin het doel van de bevrijding. Het is ook mogelijk dat de lama’s zelf dit doel niet kiezen, maar juist het bestaande in stand willen houden. Of dat de Karmapa uitsluitend bewustzijn heeft van de fijnstoffelijke werelden en zo vrij kan zijn van gedwongen reïncarnatie. In dat geval zou men wensen dat een Karmapa — en mis­schien wel de 17de — net als de Boeddha de ketens van het fijnstoffelijke bestaan ver­breekt. Dat hij de ketens van magie en cere­monie definitief verbreekt en teniet doet en de vrijheid in het rijk van de Onwankelbare Geest wint. Want dan zou hij allen kunnen helpen die nu nog gevangen liggen in de kringlopen van de natuur en haar ceremoniën. Dan zou hij hen aansporen tot ontwaken!

Dit artikel is afkomstig uit Jaargang: 1994 nummer: 6