Het alchemisch resultaat

Hij die zijn mannelijke kracht kent en toch vrouwelijke zachtmoedigheid behoudt, is de vallei van het rijk.

Als hij de vallei van het rijk is,zal de altijddurende deugd hem niet verlaten en zal hij terugkeren tot de natuurlijke, ongecompliceerde staat van een kind.
Hij die zijn kracht kent en toch in de schaduw blijft, is het voorbeeld voor het rijk.
Is hij het voorbeeld voor het rijk,dan zal de altijddurende deugd in hem niet falen en zal hij terugkeren tot het eindeloze.
Hij die zijn glorie kent en in de schande blijft, is de vallei van het rijk.
Als hij de vallei van het rijk is,zal de altijddurende deugd in hem haar volmaaktheid bereiken en zal hij tot de oorspronkelijke staat terugkeren.
Lao Tse, Tao Teh King, hoofdstuk 28

Als er in de Bijbel wordt gezegd dat de mens naar Gods beeld en naar zijn gelijkenis geschapen is, moeten we niet de vergissing maken daarbij te denken aan de natuurgeboren persoonlijkheid. De werkelijke mens van Gods geslacht is de microkosmos, de monade ofwel het ondeelbare eeuwigheidslichaam. De persoonlijkheid is het instrumentarium van die mens, waarmee het wezen, het doel en de opdracht van de monade, het eeuwigheidswezen, kan worden benaderd, gekend en gerealiseerd. Als we vervolgens vernemen dat de mens een zelfscheppende entiteit is en zijn opdracht er een is van zelfverwerkelijking, zullen we op een heel nieuwe wijze, op een heel andere wijze dan de wereld dat gewend is, de menselijke verschijningsvormen begrijpen. Wij kennen de persoonlijkheidsmens in de wereld als man en als vrouw. Omdat man en vrouw zo verschillend zijn, heeft dit in onze wereld zeer veel verwarring en verdriet gebracht. Bovendien was het de oorzaak van intense natuurgebondenheid.

tweelingkrachten

De ware betekenis van de tweelingkrachten

Van het eerste begin heeft de mens begrepen dat er sprake moest zijn van volstrekte samenwerking tussen de beide mensheidsgeslachten. Maar deze samenwerking is tot op dit uur heel gevarieerd opgevat en toegepast. Van een werkelijk goed afgestemde samenwerking tussen beide geslachten was feitelijk nooit sprake, omdat de ware aard ervan niet kon worden begrepen.

In de gnostieke bevrijdingsleer is de samenwerking tussen man en vrouw op voet van volkomen gelijkheid altijd vanzelfsprekend geweest. Het is een onafwijsbare eis, want er kan niets goeds, niets bevrijdends, tot stand komen als deze samenwerking niet foutloos functioneert.

De moeizame gang van de mensheid wordt veroorzaakt door de onkunde met betrekking tot de ware betekenis van de tweelingkrachten in haar natuur. Van de monade, van de microkosmos, gaan twee krachten uit, twee stromen. Deze twee stromen zijn volkomen aan elkaar gelijk wat waarde en betekenis betreft. Ze staan ten opzichte van elkaar als positief tot negatief, niet in de burgerlijke betekenis van het woord, maar ze zijn bij de monaden verschillend van polarisatie. In deze visie zijn alle monaden in twee grote groepen te onderscheiden. Bij de ene groep is de ene monadische stroom positief gepolariseerd, bij de andere groep is de andere monadische stroom positief gepolariseerd. Beide groepen zijn dus volkomen gelijk en toch scherp van elkaar te onderscheiden. Om deze gelijkheid in gescheidenheid aan te duiden wordt in de wijsbegeerte van het rozenkruis van ‘omgekeerd evenredig’ gesproken en dus van ‘omgekeerd evenredige polarisatie’. De twee monadische stromingen drukken zich in de stof uit als mannelijk en vrouwelijk. In de ene stroming domineert de mannelijke kracht, als positieve pool, in de andere de vrouwelijke zachtheid, als positieve pool.

 

Kracht en zachtmoedigheid

Wat wordt er bedoeld met de tao|ïstische aanduidingen ‘mannelijke kracht’ en vrouwelijke zachtmoedigheid’? Met het begrip ‘kracht’ wordt in de gnostieke wijsbegeerte het vermogen van de monade aangeduid. De monade beschikt over een reeks vermogens, waarmee het goddelijke plan kan worden verwerkelijkt. Het begrip ‘zachtmoedigheid’ duidt op de aard van de monade, bijvoorbeeld in de zin van het Jezuswoord: Leer van mij dat ik zachtmoedig ben. De zachtmoedigheid daarom van de liefde Gods. Zalig zijn de zachtmoedigen, zij zullen het aardrijk verwerkelijken, zo spreekt de Bergrede.

 

De goddelijke aard ligt dus tweevoudig in de monade verzonken: het goddelijke alvermogen en de goddelijke liefde, de mannelijke kracht en de vrouwelijke zachtmoedigheid. Het alvermogen door de omgekeerd evenredige polarisatie eenzijdig voorgesteld door het oorspronkelijke type van de man. De liefde om dezelfde redenen voorgesteld door het prototype van de vrouw. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat de tegengestelde pool van de monade niet in elk van de persoonlijke vertegenwoordigers ervan aanwezig zou zijn. We moeten ons hierin volkomen vrijmaken van de huidige gedaante, de aard en het optreden van de beide seksen in deze natuur. We moeten ons losmaken van de tijd, en van alle moeilijkheden en problemen die daardoor in de levensstaat van de mensen optreden. Dan zien wij in dat binnen de levenssfeer van iedere mens zelfverwerkelijking vanzelfsprekend is. Immers, het goddelijke vermogen dat daarvoor nodig is, e’ n de goddelijke liefdeaard, de beide monadische stromen, zijn in iedere mens aanwezig. Door de reacties van deze polarisaties en de ervaringen die zij met zich meebrengen, ligt het echter voor de hand dat zelfverwerkelijking, hoewel gelijk in resultaat, bij beide seksen verschillen in ontwikkeling zal laten zien. Het heeft geen enkele zin een poging te wagen de ideale man of de ideale vrouw te schetsen. Zij bestaan in de driedimensionale wereld niet!

 

De geboorte van het goddelijke

De wijsbegeerte van Tao maakt ons duidelijk dat iedere monade slechts perfect uitgedrukt kan worden in een nieuwe persoonlijkheid. Een persoonlijkheid die de aarde en de hemel-aarde opnieuw aan hun goddelijke doel kan laten beantwoorden. Essentieel daarbij is dat in alle gebieden van stof en geest de monadische samenwerking tussen het mannelijke en vrouwelijke vanzelfsprekend is. Dat impliceert de TaoTeh King in hoofdstuk 28: Hij die zijn mannelijke kracht kent en toch de vrouwelijke zachtmoedigheid behoudt, is de vallei van het rijk. Wij kunnen deze tekst ook anders lezen: Zij die haar vrouwelijke zachtmoedigheid kent en tegelijkertijd haar mannelijke kracht toepast, is de vallei van het rijk. Er is een vermogen van de monade, het  eeuwigheidslichaam, en er is een liefdesstraling Gods, beide uitgaand van de monade. En wij kennen het woord van 1 Korinthe 13: Indien ik alles bezat en niet de liefde, dan had en was ik niets>. De liefde als monadische stroom is dus het belangrijkst, want zonder deze monadische aard kan het vermogen onmogelijk tot ontwikkeling komen. In de bedding van de liefde Gods wordt de kracht Gods openbaar gemaakt.

Wij zien dat de twee monadische stromen steeds één worden. Uit deze eenheid wordt de drieheid, het zoonschap, het kindschap Gods, tot werkelijkheid. Wanneer u dus de twee monadische stromen in de persoonlijkheid tot openbaring, tot werkzaamheid activeert, wordt het goddelijke in  u geboren.

De vallei van het rijk is een oud-Chinese aanduiding voor een alchemische werkplaats. De valleien vormen het vruchtbare land en zijn dus de woonplaatsen van de mensen. Als een leerling de ontmoeting tussen de twee monadische stromen in zich tot openbaring en tot harmonische samenwerking voert de kracht van het vermogen, verbonden met de grote, de grootste, zachtmoedigheid  zal hij ‘de vallei’ binnengaan, de woon- en werkplaats van de grote broederschap.

Eerst op deze basis wordt de eenheid en de samenwerking mogelijk: de samenwerking tussen hen die door omgekeerd evenredige polarisatie verschillend zijn van persoonlijkheid.

 

Vrij  naar: J. van Rijckenborgh, De Chinese Gnosis, hfdst 28-I, De vallei van het rijk. Haarlem 1989.

Dit artikel is afkomstig uit Jaargang: 2006 nummer: 1