De eenzaamheid van ziel en persoonlijkheid

In een ver verleden, benadrukken alle gewijde geschriften, vond er iets plaats wat men aanduidt als ‘de val’. Een goddelijke vonk werd na een lange ontwikkeling een levende ziel die in samenwerking met de goddelijke geest leerde in het zevende kosmische gebied scheppend werkzaam te zijn. Dit zevende kosmische gebied is het gebied waarvan de trillingsenergie overeenkomt met die van de huidige mens. De overige zes kosmische gebieden, die steeds hogere trillingsgetallen kennen, zijn velden van ontwikkeling voor levensgolven die de mens ver vooruit zijn. Eenmaal zal onze huidige mensheid daar, in haar nieuwe zielenkleed, een glorieuze ontwikkeling doormaken.

In de oorspronkelijke legende van Narcissus wordt verhaald dat de mens in de eeuwige wateren (de kosmische levenskrachten) zijn goddelijke oerbeeld waarneemt, zich daaraan wijdt en er geheel in opgaat. Een andere interpretatie van dat verhaal is dat de ziel zich te veel verbond met de prachtige lichaamsgestalte die zij in de materie ontwikkeld had. Zij keerde zich af van het oorspronkelijke oerbeeld van de geest, en daardoor vervaagde haar lichtgestalte uiteindelijk geheel. Dit artikel gaat over de eenzaamheid van de ‘gevallen’ ziel en die van de persoonlijkheid. Op elke leeftijd en onder elk dak kan men die eenzaamheid ervaren. Het begint al als een baby huilt en de moeder zegt: “Laat maar een poosje huilen, hij of zij wordt vanzelf moe en valt dan wel in slaap”, of, ”Een beetje huilen is goed voor de ontwikkeling van de longen”. Op zulke momenten zal de baby zich verlaten en eenzaam voelen. Het kind vraagt om de een of andere reden aandacht maar krijgt die niet. Een baby die in een draagdoek bij de moeder of vader mag zijn, zoals je vaak ziet, voelt zich waarschijnlijk veilig en geborgen bij zijn ouders. Ook een peuter kan zich heel eenzaam voelen, vooral wanneer hij of zij niet begrepen wordt. Als puber of volwassene, gedurende het hele leven zal men zich op bepaalde momenten eenzaam voelen. Alleen overgebleven, kan iemand voor het raam zitten en wachten of er misschien bezoek komt. Wanneer begint de eenzaamheid van de ziel en wat heeft die te betekenen? Eonen lang heeft de oorspronkelijke ziel grote eenzaamheid gekend. Doordat de binding met de geest was verbroken, verloor zij haar vermogen tot scheppen. De lichtmens vervluchtigde door gebrek aan de juiste voeding en liet de microkosmos als het ware onbezield achter. Dit is in feite een heel tragisch verhaal. Hoe gaat die geschiedenis verder? Er ontstond een persoonlijkheid die de plaats kon innemen van de gevallen oorspronkelijke lichtmens. Die persoonlijkheid kan – eens, op een psychologisch moment – de eenzaamheid van de ziel herkennen en erop reageren. In die gesteldheid kunnen zij in samenwerking op zoek gaan naar binding met de geest. Deze binding had de ziel in het verre verleden immers verloren. Deze persoonlijkheid, die de oorspronkelijke lichtmens ‘vervangt’ kan in de komende ontwikkeling een belangrijke taak uitvoeren. Keer op keer wordt de ziel door de goddelijke liefde geroepen om terug te keren naar de geest. Doordat zij echter steeds op zichzelf gericht is geweest en verbonden met haar aardse persoonlijkheid, moet die binding eerst worden verbroken. Na veel ervaringen en het daarmee samengaande lijden, komt de ziel dan op het punt dat er een roepende impuls van haar uitgaat en zij in haar nood en eenzaamheid om uitkomst smeekt. Nu kan zij zich openstellen voor de oorspronkelijke geestkracht. In plaats van het aardse te begeren, ziet zij nu uit naar impulsen die voortkomen uit een ander levensveld. Zij verlangt intens naar de geest, naar het oorspronkelijke licht. Hierdoor begint een proces van reiniging dat uiteindelijk leidt tot heelwording. De persoonlijkheid gaat dan me¤t de ziel het pad van verlossing. De persoonlijkheid krijgt inzicht in het meewerken aan deze ontwikkeling. Er wordt van haar een grote inzet gevraagd: de opoffering van zichzelf, een weg waarop niets meer voor zichzelf gevraagd wordt. Doordat de ziel zich tot de geest wendt kan de mens een totaal nieuwe levenshouding realiseren. Deze levenshouding heeft bijzondere gevolgen, want de ijlere voertuigen van de mens worden doorstraald met de krachten van het hoge niveau van de ziel, waardoor het inzicht steeds toeneemt. Uiteindelijk zal de ik-gerichtheid van de persoonlijkheid oplossen. Een nieuw bewustzijn, dat de ziel als basis heeft, wordt dan bepalend in het leven. Wanneer geest en ziel één geworden zijn, zal uit dit samengaan een ander schepsel vrijkomen: de lichtmens, die er altijd was, die nu opnieuw ontvlamt. De oude mens zal nog een tijd deelhebben aan het nieuwe bewustzijn van de ziel, dat geestzielenbewustzijn genoemd wordt. Dit deel zal uiteindelijk helemaal opgaan in de nieuwe mens. Men zou dit kunnen zien als de winst van het offer van de oude mens. Hermes noemt dat de ‘prijs van de wedloop’ de geestbinding! Het nieuwe bewustzijn leeft verder in de nieuwe mens.

IS HET LICHT GEWEKEN?

De eenzaamheid die de persoonlijkheid die dit pad gaat ervaart, is van een andere orde. Ieder is anders en gaat zijn individuele weg. Ieder beleeft zijn of haar weg totaal anders en kan daardoor soms heel eenzaam zijn. In het begin van die ontwikkeling kan een zoeker de vreugde ervaren dat hij nu eindelijk begrijpt waarvoor zijn leven dient. Vol overgave begint hij aan dit avontuur. Al snel wordt hij echter voor allerlei gebeurtenissen geplaatst waarvan hij de consequenties nog niet kan overzien. Het kan zijn dat hij zich ertegen verzet, waardoor hij zichzelf de zegeningen van het licht ontzegt en terugvalt in eenzaamheid. Ook komt het voor dat hij, op het pad staande, getoetst wordt. Het is dan alsof niets hem nog aanspreekt. Hij wil weer in het licht staan, dit licht innerlijk ervaren. Maar het lijkt of het licht is geweken. Hij voelt zich eenzaam en verlaten. Dan wordt hij op de proef gesteld: gaat hij dit pad voor eigen vreugde en zelfverheffing of wil hij alles doorstaan om de ziel vrij te maken uit haar aardse gevangenis? Beseft hij dit, dan zal hij de ziel steeds voorrang verlenen en blijft hij het eens gekozen pad trouw. Als hij zijn weg vervolgt komt hij op een kruispunt, waar niemand hem helpen kan. Elke wegwijzer ontbreekt. Dat stuk moet hij alleen gaan, wat hij als grote eenzaamheid ondergaat. De verzoeking van Jezus in de woestijn geeft daar een beeld van. Deze verzoeking gaat ook aan de leerling op het pad niet voorbij. Het pad is niet louter eenzaamheid, er zijn ook veel momenten van vreugde en verbondenheid. De weg is een blijde weg, maar kent hoogten en diepten. Eenzaamheid is soms nodig om het verlangen naar bevrijding te stimuleren. Deze wordt gesymboliseerd door Patmos, het eiland van de eenzaamheid. Als Johannes op Patmos aankomt, zoals in het eerste hoofdstuk van het Bijbelboek Openbaringen beschreven staat, is zijn pelgrimsreis bijna ten einde. Daar toont de oorspronkelijke lichtmens, het kind van geest en ziel, zich aan hem. Na een eindeloos lange periode kan de nieuwe mens zich weer in de herstelde microkosmos uitdrukken.

Dit artikel is afkomstig uit Jaargang: 2006 nummer: 5