De geheimzinnige Graal

De geheimzinnige Graal was een hemelsteen die allen in haar nabijheid voedde met haar levenskracht, Zij werd bewaakt en beschermd door de oude en zieke koning Amfortas, die woonde in een moeilijk toegankelijke burcht. De koning kon alleen worden genezen door een ridder, die dankzij zijn reine en edele levenswijze zijn ridderschap zou bewijzen en de Graalburcht zou kunnen vinden. Daar zou hij dan een specifieke vraag tot de koning moeten richten om het raadsel van diens lijden te kunnen oplossen. Parcival was degene die dit ridderschap ambieerde en ook bereikte, Zijn ouders waren van koninklijke bloede. Zijn vader was de strijdbare ridder Gamuret van Anschauwe, zijn moeder, Herzeloyde, een koningin uit het Graalsgeslacht. Gamuret stierf tijdens een veldtocht nog voordat Parcival geboren werd. Daarop trok Herzeloyde zich met haar zoon terug in een bos, zodat de opgroeiende Parcival niet met rondtrekkende ridders in contact zou kunnen komen, Op die manier wilde zij hem behoeden voor leed, ziekte en dood. Maar toen de jonge Parcival op een dag toch een groep ridders ontmoette, was hij zo diep onteerde indruk, dat hij nog maar één wens kende: zelf ridder worden. Hij wilde naarste hofvan koning Arthur gaan, waar hij, zo hadden de ridders hem verteld, tot ridder kon worden geslagen. Herzeloyde liet hem niet graag gaan. Zij maakte voor hem een narrenpak, in de hoop dat hij zou worden uitgelachen en ontmoedigd zou terugkeren. Ook gaf zij hem enkele adviezen en toen zij afscheid had genomen van haar zoon, brak haar hart. Deze was echter reeds welgemoed op weg gegaan en bereikte niet lang daarna de burcht van ridder Gurnemanz. Deze leerde hem hoe hij lans en zwaard moest hanteren en vooral ook aan welke regels hij zich moest houden, wilde hij ooit een echte ridder worden. Liasse, de dochter van Gurnemanz, vertelde Parcival dat haar nicht, koningin Kondwiramur werd belegerd door een koning die haar met geweld wenste te huwen Parcival ging meteen op weg om deze aanvaller te zoeken, Hij vond en versloeg hem en trouwde met Kondwiramur. Spoedig echter verliet hij haar om zijn moeder te bezoeken, Onderweg kwam hij bij een meer in een verlaten gebied. Een rijk geklede visser wees hem daar de weg naar een burcht waarbij zeer hoffelijk werd ontvangen. Tijdens de voortreffelijke avondmaaltijd zat hij als gast naast de visser die tevens slotheer was en aan een ernstige ziekte bleek te lijden. Er werd een bloedende lans binnengedragen. En een schaal, waarvan een wonderbaarlijke werkzaamheid uitging. De gastheer schonk Parcival vervolgens een kostbaar zwaard met een robijn gevat in de handgreep. Parcival was ten zeerste verbaasd, maar hij vroeg niets. Toen hij de volgende ochtend opstond, trof hij de burcht leeg aan en geërgerd ging hij op weg. Onderweg ontmoette bijzijn nicht Sigune en van haar vernam hij, dat hij in de Graalburcht was geweest. Tot zijn schrik besefte hij dat hij de zieke koning vragen had moeten stellen om hem van zijn ziekte te kunnen verlossen. Daarom nam bi/zich nu voordat verzuim snelgoed te maken en na een avontuurlijke tocht kwam hij in het kampement van koning Arthur terecht. Daar werd hij opgenomen in de tafelronde van ridders. Maar toen verscheen Kundry, de boodschapster van de Graal. Zij vervloekte Parcival om zijn gedrag in de Graalburcht. De jonge ridder voelde zich onteerd en trok de wereld in om de Graalburcht te zoeken en zijn fouten goed te maken, Zijn pogingen waren vergeefs en zijn tocht duurde vele jaren. Hoewel hij uit alle strijdperken als over winnaar naar toren trad) bleef hij opstandig. Verslagen door God en zijn lot. Op het dieptepunt van zijn vertwijfeling zat Parcival in volle wapenrusting opeen schitterend paard dat hij van een verslagen Graalridder had afgenomen. Hij liet het dier zijn eigen weg volgen en kwam zo hij de hut van de kluizenaar Trevizent, een broer van zijn moeder en van de zieke graalkoning Amfortas. Vroeger was Trevizent een roemrijk ridder, maar hij had zich uit het wereldlijk ridderschap teruggetrokken toen Amfortas zijn ongeneeslijke wond had opgelopen. Dat de zieke Graalkoning nog in leven was~ was te danken aan de werkzaamheid van de Graal, die hem steeds nieuwe levenskracht schonk. Parcival bleef veertien dagen in de sobere verblijfplaats van de kluizenaar en daar werd hij ingelicht over de wonderbare kelk en alles wat daaromheen gebeurde. Hij hervond zijn geloof in God en poogde het leed te verzachten dat hij in zijn onwetendheid had veroorzaakt. Wolfram von Eschenbach schrijft:
«Daar werd hij door zijn gastheer van zonden vrijgemaakt en deze raadde hem ook aan weer aan het ridderlijke leven deel te nemen, » Vervolgens keerde hij terug naar het ridderbestaan en hier moest hij zijn drie moeilijkste gevechten nog leveren. Pas daarna ervoer hij tegen wie bijhad gestreden.’Het laatste gevecht was met een even onoverwinnelijke ridder als hij zelf. De strijd was zo fel en zo hard) dat Parcival uiteindelijk zijn machtige zwaard brak op de helm van zijn tegen stander. De helden stonden tegenover elkaar en maakten zich bekend. Beiden bleken te stammen uit het geslacht Von Anschauwe. Beiden waren zonen van Gamuret. De oudste, Feirefis, was een der rijkste mannen op aarde en hij bezat vele koninkrijken. Zijn huid was zwart-wit gevlekt en hij vereerde de goden Jupiter en Juno, Beide broeders werden nu als de roemrijkste en beste ridders door Arthur opgenomen in de Tafelronde. En op dat moment verscheen Kundry met de mededeling dat Parcival nu tot Graalkoning was gekonn en dat hij voor het uitvoeren van zijn taak een begeleider mocht kiezen. Parelval koos Feirefis en beiden werden door Kundry vergezeld naar de Graalburcht. Geheel en al gericht op de Graal, stelde hij nu de vraag: «Oom, wat heeft u in verwarring gebracht? Oom, wat ontbreekt u?» Na deze vragen herstelde Amfortas in zeer korte tijden Parelval was nu de nieuwe Graalkoning. Koningin Kondwiramur werd eveneens uitgenodigd om naar de Graa1burcht te komen en daar ontmoette Parcival voor het eerst zijn tweelingzonen Kardeiss en Lohengrin. De laatste zou eenmaal zijn erfgenaam en opvolger worden. In de Graalburcht werd feest gevierd. De Graal werd door de maagdelijke koningin Repanse de Scboye, de zuster van Amfortas, binnengedragen. Borden en bokalen werden nu vanuit de wonderbaarlijke kelk gevuld en rond gereikt. Toen Feirefis dat allemaal zag gebeuren, werd hij spontaan verliefd op de draagster van de Graal, hoewel hij de Graal zelf nog niet kon zien. Een nog ongekende en onweerstaanbare liefde dwong hem ertoe zich van zijn goden en zijn vrouw te scheiden en zich te laten dopen. Daarna kon ook hij de Graal aanschouwen en Repanse de Schoye werd zijn bruid.

Dit artikel is afkomstig uit Jaargang: 2002 nummer: 3