De christelijke kerk van Mani was opgebouwd naar graden van innerlijke ontwikkeling. Hijzelf, als Apostel van Jezus Christus stond aan het hoofd. Naast hem bevonden zich de twaalf leraren of Zonen van Zachtmoedigheid. Ieder van hen werd bijgestaan door zes Zonen van Zon verlichte Kennis. Deze ‘episcopi’ werden ieder geassisteerd door vijf ‘presbyteri’ of Zonen van Verstand. De vierde kring rond Mani bestond uit talloze ‘electi’ of uitverkorenen. Zij werden aangeduid als de Dochteren en Zonen van Waarachtigheid of Geheimnissen. Zij vervulden taken als predikers, zangers, schrijvers en vertalers. De vijfde kring werd gevormd door de toehoorders of Dochteren en Zonen van Inzicht. Voor deze laatste groep waren de eisen het minst zwaar. Zij hadden als leidraad voor hun dagelijks leven onder meer de tien geboden. Deze luidden als volgt:
- geen afgoden aanbidden;
- zuiverheid van hetgeen de mond uitgaat. Niet vloeken, liegen, vals getuigen of lasteren;
- zuiverheid van hetgeen de mond ingaat. Geen vlees en geen alcohol;
- eerbied voor Gods boodschappers;
- trouw aan de levenspartner en onthouding tijdens de vasten;
- hulp en troost bieden aan hen die lijden;
- valse profeten vermijden;
- dieren geen angst aanjagen, noch wonden, kwellen of doden;
- stelen noch frauderen;
- geen magische praktijken of hekserij.